Snipper de sjalot en rasp de parmezaanse kaas. Snijd de zongedroogde tomaat fijn. Verhit een pan met dikke bodem en smelt de roomboter. Fruit de sjalot aan.
Roer de risotto door de boter tot het glazig ziet en alle risotto een 'laagje' heeft. Blus af een scheutje witte wijn.
Zet het vuur laag en voeg nu 1/3 van de bouillon toe. Nu komt 'de troost van het roeren'. Blijf roeren tot alle bouillon is opgenomen. Herhaal dit nog 2x tot de risotto zacht is van buiten maar nog wel een kleine bite heeft.
Voeg de parmezaanse kaas en de zongedroogde tomaat toe aan de risotto en roer door. Breng op smaak met peper en zout.
Doe de risotto in een platte schaal en laat afkoelen. Als de risotto afgekoeld is, zet je het nog even een half uur in de koelkast.
Balletjes maken
Kluts in een diep bord het eitje, doe de Panko in het andere diepe bord.
Snijd de mozzarella in kleine stukjes, dit wordt de kern van de balletjes.
Maak met vochtige handen balletjes van de afkoelde risotto. Prik met je vinger een gaatje, doe er een stukje mozzarella in en vouw weer dicht.
Alle balletjes gemaakt? Doe dan de balletjes één voor één eerst door het ei en paneer dan met de Panko.
Frituur de balletjes of bak in de olie tot ze goudbruin zijn.