Smelt de boter. Meng het zelfrijzend bakmeel met de bakpoeder en het zout en meng goed door elkaar.
Klop het ei los met de melk. Meng de vloeibare ingrediënten met de droge ingrediënten. Klop de gesmolten boter erdoor, meng daarna voorzichtig 2/3e van de bosbessen door het beslag.
Verhit een koekenpan op middel vuur en verwarm de olie of boter.
Gebruik een kleine pollepel of een eetlepel en giet het beslag in de pan. Zorg dat je pannenkoekjes ongeveer 5 á 6 cm doorsnede hebben. Je kunt 3 á 4 pannenkoekjes tegelijk bakken. (afhankelijk van de grootte van de pan).
Bak een paar minuten, als er kleine belletjes ontstaan aan de bovenkant van de pancakes, kun je het omdraaien. Bak weer een paar minuten.
Als je alle pancakes gebakken hebt, veeg je de pan schoon met keukenpapier. Laat het vuur op middelhoog staan.
Doe de overige bosbessen in de pan, giet er wat maple syrup bij en 2 eetlepels water. Bak even kort en blijf de pan bewegen, het mag niet karameliseren of aanbranden. Dit doe je om de bosbessen iets zachter en zoeter te maken. Zet het vuur uit.
Stapel de pancakes. Schep eerst de yoghurt op de bovenkant en daarna de warme bosbessen. Druip nog wat extra maple syrup over de stapel.