Verwarm de oven voor op boven-onder-warmte op 180°C. Vet alvast de bakvorm in met bakspray of boter. Leg eventueel bakpapier in de vorm om straks de cake makkelijker los te krijgen uit de bakvorm.
Doe in een kom de karnemelk met met de cacao en kleurstof. Meng met een garde tot het egaal is. Je kunt op een later moment meer kleurstof toevoegen als je het beslag nog niet goed vindt van kleur.
Doe de boter in een kom (van een standmixer, als je die hebt) samen met de kristalsuiker en klopt een minuut of 5 tot het luchtig en lichter is van kleur. Voeg het vanille extract en zout toe.
Voeg nu de eieren 1 voor 1 toe. Voeg pas het volgende ei toe als het eerste helemaal is opgenomen.
Zeef de bloem met een fijne zeef.
Voeg nu de helft van het karnemelkmengsel toe aan de boter, als dit vermengd is voeg je de helft van de bloem toe. Herhaal dit op dezelfde manier met het overige karnemelkmengsel en de overige bloem.
Check nu of je de kleur goed vindt, voeg eventueel wat extra kleurstof toe.
Voeg dan nog de baking soda toe en de witte wijnazijn. Meng nog kort tot alles goed is vermengd.
Giet het beslag in de ingevette bakvorm en bak in het midden van de oven voor ongeveer 25-30 minuten. Check of de cake gaar is door met een sateprikker in het midden van de cake te prikken. Is het stokje droog, dan is de cake gaar. Zit er beslag aan het stokje, bak dan nog 5 minuten en doe de check dan nog een keer.
Haal na de baktijd de cake uit de oven en laat even afkoelen in de vorm voordat je het eruit haalt. Zo voorkom je dat de cake stuk gaat. Laat helemaal afkoelen voordat je de frosting toevoegt.